Rutger Middendorf is voorzitter van de Stichting Hockey Support Group NL, die zowel beroepstrainers aan verenigingen uitleent, maar ook ondersteund op het gebied van overeenkomsten, financiële & facilitaire zaken, technisch en juridisch. Hij is tevens advocaat bij Koster advocaten te Haarlem gespecialiseerd in o.a. ondernemingsrecht en sportrecht en was jarenlang actief bij HC Bloemendaal in stichting de TopMusch. Kortom, hij heeft iets met hockey en schrijft er vanuit zijn juridische optiek over. Deze keer schrijft hij wel een heel actueel onderwerp, namelijk over financiële verplichtingen bij verenigingen tijdens de lockdown ten gevolge van Corona.
Het coronavirus heeft een enorme impact op de maatschappij. Bijna ieder land heeft een bepaalde vorm van een lockdown. Bedrijven zijn gesloten en de overheid adviseert om zoveel mogelijk thuis te blijven. Wie dat kan werkt vanuit huis. Wat zijn de gevolgen voor sportverenigingen?Kunnen sporters thuiswerken, thuis trainen? En met welk doel? Het jaar 2020 zou een sportjaar bij uitstek zijn met als hoogtepunt de Olympische Spelen, maar alle sportevenementen zijn uitgesteld of afgelast. We zien op de sociale media allerlei filmpjes van sporters die thuis trainen, maar het is moeilijk om thuis dezelfde inspanningen te leveren als buiten, op het sportveld. Het is ook een tijd van bezuinigingen; een nieuwe economische crisis is al voorspeld. Vooralsnog zijn de meeste bedrijven coulant en geven zij uitstel van betalingen, maar uitstel is geen afstel of kwijtschelding. Op enig moment moet iedereen aan zijn verplichtingen voldoen.
Gevolgen voor verenigingen: Bij een aantal clubs in het betaald voetbal groeit het probleem per dag. Hun verdienmodel is gebaseerd op met name de inkomsten van thuiswedstrijden, merchandise en sponsors. Recettes en merchandise zijn echter weggevallen. Maar ook amateurverenigingen hebben het moeilijk, of gaan het moeilijk krijgen. Zij zijn afhankelijk van contributies van de leden en van sponsorbijdragen, maar vaak voor een groot deel ook van de inkomsten van horeca.
Leden van verenigingen moeten hun contributie doorbetalen
Het lidmaatschap van een vereniging kan niet zomaar tussentijds worden opgezegd. De wet bepaalt dat een lid zijn lidmaatschap alleen kan opzeggen door opzegging tegen het einde van het verenigingsjaar met inachtneming van vier weken opzegtermijn. Eerdere opzegging is alleen mogelijk als de statuten daarin voorzien – en dat is meestal niet het geval – en als de vereniging een besluit neemt waarbij zijn verplichtingen zijn bezwaard, bijvoorbeeld in geval van een verhoging van de contributie. Hoe vreemd het ook lijkt, maar wettelijk is er geen mogelijkheid het lidmaatschap op te zeggen als de vereniging niet aan haar ‘verplichtingen’ voldoet, als de vereniging er niet in slaagt de leden niet de mogelijkheid tot sporten aan te bieden. Leden van verenigingen zijn dus (statutair) verplicht om hun contributie te (blijven) betalen; er is geen recht om de betaling van contributie in te houden voor de duur dat wedstrijden en trainingen niet mogelijk zijn.
Contracten met trainers en spelers: Diverse sportverenigingen hebben met hun spelers en trainers arbeidscontracten gesloten, hetzij rechtstreeks, hetzij via sport service bureaus. Als die contracten geen bepalingen bevatten die tussentijdse ontbinding mogelijk maken, moeten de spelers gewoon worden doorbetaald, ook al zijn er geen (centrale) trainingen en wedstrijden. Veel trainers en coaches werken echter als zzp’er of als freelancer (zzi). Zij hebben met de vereniging of met via het sport service bureau een overeenkomst van opdracht gesloten.Uitgangspunt is dat een vereniging een overeenkomst van opdracht met een zzp’er of sport service bureau altijd kan opzeggen, ook als de overeenkomst voor bepaalde duur is aangegaan, bijvoorbeeld tot het einde van het seizoen, maar ook als geen tussentijdse opzeggingsmogelijkheid is opgenomen.
Contracten met zzp’ers kunnen vaak tussentijds worden opgezegd
Wel moet de overeengekomen opzegtermijn in acht worden genomen. Als er geen termijn is bepaald, dan heeft de zzp’er soms toch recht op een redelijke vergoeding, bijvoorbeeld de vergoeding die zou worden betaald als wel een redelijke opzegtermijn was overeengekomen. Als een opdrachtnemer, de zzp’er of freelancer, tussentijdse opzegging wil voorkomen, moet dat expliciet in de overeenkomst zijn opgenomen. In de praktijk weet een zzp’er een dergelijke contractuele uitsluiting van een tussentijdse opzegging echter niet altijd af te bewerkstelligen.
Sponsorcontracten: Het nagenoeg stilleggen van de economie heeft ook tot gevolg dat sponsorverplichtingen onder druk komen te staan. Kunnen sponsoren hun sponsorovereenkomst met de vereniging tussentijds beëindigen? Afhankelijk van de opzeggingsbepalingen in de overeenkomst, kan deze worden opgezegd. De meeste sponsorcontracten worden aangegaan voor een seizoen of meerdere seizoenen. Tussentijdse beëindiging, bijvoorbeeld in geval van wanprestatie van de andere partij of faillissement, is dan alleen mogelijk als dat uitdrukkelijk in de overeenkomst is opgenomen.
Tussentijdse beëindiging van sponsorcontracten moet uitdrukkelijk zijn opgenomen in de sponsorovereenkomst
Als de overeenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan kan met inachtneming van een opzegtermijn worden opgezegd. Een aantal sponsorcontracten zal eindigen aan het einde van het seizoen, voor de meeste sporten in de zomer. Sportverenigingen zijn nu al hun sponsors aan het benaderen om te vragen een nieuw contract aan te gaan, ondanks de crisis. Voor het voortbestaan van verenigingen zijn sponsorgelden echter een belangrijk onderdeel van de begroting. Het is derhalve om de verenigingen zo lang mogelijk te ondersteunen.

Beeld: Frits Ketelaars tbv HockeyStyle Magazine