
Foto: Studio Robert Sanders
Jezelf opnieuw uitvinden, bikkelen en sterk terugkomen. Dat kan ze en werd niet voor niets teruggeroepen in Oranje. Bouwen aan zichzelf was de basis voor haar terugkeer. Zo werd ze de beste speelster van de hoofdklasse in 2019 wist ze wat haar te doen stond. Daar ging ze voor. Net als met alles wat ze aanpakt. Zo ondersteunde ze eerder de zorg dit jaar toen de coronacrisis uitbrak en staat nu als ambassadeur van Spieren voor Spieren klaar voor dit mooie doel.
Je bent een perfectionist en kritisch naar jezelf, hoe pittig was je terugkomst in Oranje voor jou? Achteraf heb ik het helemaal niet als zo pittig ervaren in ieder geval. Ik heb natuurlijk tijdelijk 3 maanden niet bij de selectie gezeten, maar wel heel hard aan mezelf gewerkt. Ben veel gaan trainen en heb eigenlijk best wel een goed eerste seizoen zelf gedraaid. Tuurlijk is het dan eventjes weer wennen als je bij oranje komt want je moet op je tenen lopen. Dat is logisch. Maar goed, ik stond eigenlijk de eerste keer dat ik weer kwam, was op het vliegveld om pro league te gaan spelen in het buitenland. Dat gaf eigenlijk het gevoel alsof je er weer middenin zat. Dus dan pak je de training mee. Je kent iedereen best wel goed en went er eigenlijk best wel snel weer aan. Dan is het gewoon een kwestie van laten zien dat je er hoort. Natuurlijk doe je heel erg extra je best en ja, natuurlijk is het even wennen, maar je pakt natuurlijk het zo weer op en iedereen weet wat hij aan elkaar heeft. Pittig niet echt dus, maar het is wel een feit dat ik echt levenservaring heb opgedaan. Die terugkomst hoorde daarbij en dat was uiteindelijk wel een mooi proces waar ik heel veel van heb geleerd. Blij dat ik er nu weer sta en zin in de laatste wedstrijden tegen Groot Brittannië en België. (beiden zijn door de Oranjehockeydames gewonnen, Matla scoort in de 2e match tegen GB en in de match tegen BE, red.)
2020 is voor niemand een makkelijk jaar, maar voor topsport heel erg ingewikkeld, zeker voor jou nu je wel met Oranje mee mag maar niet met HC Den Bosch Dames 1, hoe ga je hiermee om? Ja tuurlijk, 2020 is een lastig jaar en vooral tijdens de eerste golf eigenlijk merkten we heel erg, toen een speler eruit werd gegooid in de competitie, dat je aan het trainen bent, en zeker als het nog op afstand is, zonder doel eigenlijk. En dan merk je gewoon heel erg hoe belangrijk een doel is om ergens voor te trainen. En ja, maakt niet uit in welke setting maar wij hebben natuurlijk altijd gewoon de competitie wedstrijden, de play offs, al dat soort dingen waar je al die tijd voor traint. Dat was gewoon even weg gevallen. En zeker met het spelen. Dus dat was best wel sleurend eigenlijk. Dat je dan zo lang aan het trainen bent voor niks. En dat maakt het nu eigenlijk anders in die tweede golf. Dat de competitie er weer uitligt. Dat we nu met oranje in ieder geval nog aan het trainen zijn voor die kroon league. Dat wordt ook nog anders naar het eind van het jaar toe. Dat de competitie er natuurlijk wel uitligt. En dat is heel erg zuur voor iedereen. En zeker voor de mensen eigenlijk die niet bij de jong oranje of bij oranje zitten, want die hebben eigenlijk helemaal geen hockey doelen meer daarin. Die zijn ook wel aan het trainen, maar ook eigenlijk op afstand. Dus dat is lastig en we doen het allemaal voor onze lol en we willen graag competitie spelen. Dus dan is het heel jammer als dat eruit wordt gegooid. Maar wij zijn in ieder geval heel erg blessed nog gewoon dat we met oranje kunnen spelen. En daar nog meer de Pro league, want ja dan blijft in ieder geval spelen als hard doel staan. En dat is gewoon je droom. Dus daar doe en laat je nog steeds alles voor. Dus dat scheelt voor ons natuurlijk wel. Maar het is natuurlijk heel jammer dat nu de competitie (niet) door gaat, maar we hebben natuurlijk alle hoop dat dat in ieder geval weer na de winter door gaat. En dat we daar weer voor de punten kunnen gaan spelen en zeker richting de echte belangrijke wedstrijden. Dus fingers crossed daarvoor.

foto Robert Sanders – FotostudioRSP
Je collega Lidewij liet zich laatst kritisch uit over het feit dat hoofdklasse hockey niet als een professionele sport is gezien door de minister wiens reactie als een brush-off werd gezien door velen waaronder de CV Hoofdklasse. Hoeveel tijd gaat er eigenlijk in hoofdklasse hockey zitten als speler en wat moet je ervoor laten? Ik ben het met het statement van Lidewij eens, want ja, weet je, wij zijn de topcompetitie van hockey en niet te vergelijken met alle competities eigenlijk want we zijn internationaal op hockey gebied. Dus eigenlijk is het heel gek dat er voor voetbal een uitzondering wordt gemaakt en voor alle andere sporten, niet alleen hockey hoor, niet. Dus dat is jammer, maar daar hebben we mee te dealen, want het is nou eenmaal zo. Maar ja, wij zijn 24/7 voor ons gevoel in ieder geval topsporter. Daar leef je echt voor. Zowel op het veld als erbuiten. Dat geldt ook voor de keuzes die je daarin maakt. Die allemaal leiden tot je prestaties en er invloed op hebben. Weet je, we trainen tegenwoordig met krachttraining, dat doe je twee keer in de week, hockey training op de andere dagen. Zaterdag is eigenlijk je enige vrije dag. Dat we dubbeltrainingen hebben is voor heel veel mensen zelfs onbekend. Dan ben je eigenlijk gewoon 2×2 aan het trainen waarbij je tussendoor met z’n allen nog gaat lunchen. Tegenwoordig met oranje erbij is de trainingsintensiteit super hoog en kun je er eigenlijk nauwelijks iets naast doen. Behalve rusten en herstellen voor de volgende training. Dus ik denk dat dat ook wel onderschat wordt, hoe veel we ervoor moeten doen en laten. Zeker richting de periodes waarin belangrijke wedstrijden op het programma staan en zeker ook als je zoals nu in dit soort bubbels zit (de antwoorden op deze vragen zijn gegeven tijdens de FIHProleague ronde van okt/nov 2020 waarin de Oranje spelers in een ‘bubbel’ zaten in hun hotel, red.) . Dat is gewoon eigenlijk soort van je leven. En ja, dat wordt nog wel eens onderschat, hoe veel tijd er in gaat zitten. En dat kan je echt wel vergelijken met andere topsporters. Als wij als amateurs worden gezien, verwacht ik niet dat dat onder doet. Het hockey in ieder geval.
Jij bent geboren in Huizen, maar vervolgens uitsluitend bekend van HC Den Bosch, ben je daar ook in je jeugd gestart? Hoe zag jouw hockey jeugd carrière eruit? Ik ben inderdaad geboren in Huizen, maar daar heb ik eigenlijk maar een paar maanden gewoond en toen zijn we naar het zuiden verhuisd: Limburg. Ik ben op mijn zevende begonnen met hockeyen in Valkenswaard en daar heb ik eigenlijk mijn hele jeugd gespeeld. Op mijn viertiende of vijftiende, ben ik bij Den Bosch gaan hockeyen, daar speelde mijn moeder ook. Ik keek graag naar haar wedstrijden. Was ik niet bij mijn moeder kijken dan was het wel zelf met een vriendinnetje op de goal te slaan of met m’n hond op het hockeyveld bezig. Ik was er elke vrije minuut te vinden en dat heeft er toe geleid dat ik veel vlieguren heb gemaakt in mijn vroege jeugd. Dus ja, geboren in ’t Gooi, maar daar is ook alles mee gezegd. Dus ik begon met wedstrijden kijken van m’n moeder.
Je bent een betrokken doordouwer, zo heb je met heel veel succes een actie gehouden voor het zorgpersoneel eerder dit jaar. Kun je hier wat meer over vertellen? Ja, dat was tijdens de eerste coronagolf. Ik ben natuurlijk bekend van, nou ja wat is bekend maar, van de Matlaknot. Ik heb tijdens de wedstrijden (zowel bij Den Bosch als bij Oranje) altijd een knot en een bijbehorende scrunchie op m’n hoofd. Bij Den Bosch is die vaak geel, maar dit seizoen ook weleens zwart. En bij Oranje is die vaak oranje of donkerblauw. Van dat ‘handelsmerk’ heb ik tijdens die eerste golf een projectje gemaakt. In samenwerking met Ella Stiek ben ik zelf scrunchies gaan maken en verkopen. Al het geld wat dat heeft opgeleverd is naar stichting Fitte Strijders gegaan. Dat is een stichting die zich inzet voor het zorgpersoneel en deze mensen gezonde maaltijden levert, maar ook mentaal ondersteuning biedt van bijvoorbeeld topsporters. Ik heb heel wat elastieken verkocht en dat geld is allemaal naar Fitte Strijders gegaan dus het is mooi dat je op die manier je podium als topsporter kan gebruiken om dat in te zetten voor goede doelen.
Je hebt wel wat met goede doelen. Wat doe je bij Spieren voor Spieren en wat was jouw motivatie om met hen te gaan werken? Ik ben in contact in 2018 via, via in contact gekomen met Spieren voor Spieren. Vervolgens ben ik bij Marie Claire langs gegaan, een jong, vrolijk meisje met een spierziekte – om mijn hockeystick aan haar te geven! Er werd altijd tegen Marie Claire gezegd dat ze nooit 10 jaar zou worden, maar toen ik langskwam, was ze net 10 geworden. Alhoewel ze niet zo goed kon lopen, hebben we (haar benen in een soort braces) samen een beetje een bijzonder verhaald. Ze kon eigenlijk niet zo goed lopen, maar wel een beetje hockeyen. Dat moment, dat meisje, heeft mijn ogen geopend en doen inzien dat er meer is dan alleen maar hockey. Dat het zo bijzonder is dat ik met mijn gezonde spieren topsport op hoog niveau kan bedrijven en mijn dromen kan najagen. Terwijl kinderen met een spierziekte, die eigenlijk allemaal progressief zijn, dat niet kunnen. Dus heb ik besloten om me met mijn gezonde spieren voor hen in te zetten. Gezonde spieren voor zieke spieren zeg maar. Ik help om spierziekten en kinderen met een spierziekte onder de aandacht te brengen, zodat er meer geld komt voor er een snellere diagnose en behandeling. Want spierziekten zijn behandelbaar – kijk maar naar Marie Claire. Dus ik doe leuke acties voor de stichting, of ik doe leuke dingen met de kinderen. Zodat ze ondanks hun ziekte lol hebben.
Minke Booij is directeur van Spieren voor Spieren en net als jij afkomstig uit het Bossche hockeynest en Oranje, schept dat een band en wat maakt het zo bijzonder? Het is natuurlijk heel bijzonder dat Minke Booij als directeur betrokken is bij Spieren voor Spieren: ze is een groot boegbeeld in de hockeysport. Ze komt inderdaad ook van Den Bosch. Dus dat schept een band. We waren laatst ook op Den Bosch voor een actie voor Spieren voor Spieren en dan sta je samen op een podium – best bijzonder. Het is gewoon mooi als je je bekendheid in kunt zetten voor iets goeds, voor kinderen in dit geval. Daar staan we allebei hetzelfde in, en we proberen ook andere topsporters en tophockeyers daar in te betrekken. Hoe meer hoe beter.
Je begeleidt of support een kind bij Spieren voor Spieren, vertel hier eens wat meer over? Wat ik heel bijzonder vind, is dat je niet alleen als ambassadrice wordt gezien, maar ook daadwerkelijk betrokken wordt. Er zijn inderdaad een aantal kinderen met wie ik persoonlijk in contact ben voor Spieren voor Spieren. Wat ik al vertelde: Marie Claire kreeg mijn hockeystick. Daar heeft ze gewoon echt weken mee in bed geslapen. Zo bijzonder dat je zoiets kan betekenen voor zo’n meisje. Dan is er Benthe. Ook zij heeft een progressieve spierziekte maar ze is iets beter ter been, dus ze hockeyt. Ze is ‘fan’ van mij, dus dat maakt het heel bijzonder voor haar als ik langskom. Je krijgt echt een persoonlijke band met de kinderen. Op het moment heb ik samen met de stichting een ‘projectje’ met mijn FF15 hockeystick. Ik speel er steeds drie maanden mee en dan krijgt een van de kinderen waar ik een bijzondere band mee heb (zoals Marie Claire of Benthe) die hockeystick cadeau. Benthe heeft de stick vervolgens op haar eigen club verkocht om geld in te zamelen voor stichting Spieren voor Spieren. Dat had ze zelf verzonnen. Zo krachtig en lief. Dan is er ook nog Guus, hem ga ik binnenkort ontmoeten. Hij is het gezicht van de nieuwe campagne van Spieren voor Spieren. ‘Geen tijd te verliezen’ noemen ze die. Ze hebben een hele krachtige korte film over Guus gemaakt. Zeker in deze gekke tijden, waarin de kinderen het huis niet uit mogen, is het extra mooi om hen in het zonnetje te zetten, om ze een bezoekje te brengen.
Aan Spieren voor Spieren zijn heel veel topsporters verbonden, helpt het om een topsporter te zijn en hoe kunnen wij helpen? Het klopt inderdaad dat er een heel aantal ambassadeurs bij Spieren voor Spieren betrokken zijn – Henk Grol, Marit Bouwmeester, Dailey Blind en nog veel meer. En ieder van die sporters is écht betrokken, kent via de stichting verschillende kinderen met een spierziekte waar ze contact mee onderhouden. Ze gebruiken allemaal hun podium als topsporter (netwerk, social media) om spierziekten onder de aandacht te brengen. Omdat er sporters in alle categorieën zijn, van voetbal tot zeilen en judo, spreken ze samen het heel veel verschillende kinderen en volwassenen aan. Louis van Gaal is samen met Sven Kramer hoofdambassadeur ambassadeur van de stichting en zijn onwijs betrokken. Ook nu met de campagne met Guus. Om zoveel mogelijk mensen aan te moedigen om te doneren geven zij bijzondere items weg: een schaatspak van de Europese kampioenschappen en een voetbal met handtekeningen van het Ajax elftal van 1995. Ik geef mijn T-shirt weg waarin ik in 2018 Europees clubkampioen en landskampioen werd. Frank en Ronald de Boer geven een gesigneerde foto weg. Kortom allemaal grote namen in de topsport die wat terug willen doen, zich in willen zetten voor een goed doel. En dat ze topsporter zijn, helpt voor het creëren van een groot podium.
Tot slot, wat wil jij meegeven aan hockey kids die net als jij hogerop willen komen? Heel cliché, maar eigenlijk is plezier het aller belangrijkste. Ik heb in heel m’n jeugd al m’n vrije tijd op het hockeyveld doorgebracht, omdat ik het zo leuk vond. En dat plezier leidt tot heel veel vlieguren op het hockeyveld en heel veel pielen met een balletje in de woonkamer. Dus ik zou zeggen ga lekker hockeyen met je vriendinnetjes in plaats van op de Playstation of de Wii of wat kids tegenwoordig ook spelen. Van die tablet af, hop het hockeyveld op en ga daar lekker spelen. Daar begint het allemaal. Heel veel tijd investeren in jouw sport. Naar anderen kijken, het zelf proberen en zo beter worden. Maar nogmaals: doe vooral wat je leuk vindt!