Zus en broer. Hockeyers pur sang, nog net niet geboren met een stick in hun handen, maar hoe kan het ook anders als je ouders ook zo diep geworteld zijn in de hockeysport. Ze wisten niet beter en kozen ook allebei voor hockey en maken zich inmiddels niet geheel onverdienstelijk.
Hoe kijken jullie naar elkaars carrière en ambities?
Bieke: Wij zijn allebei vanaf jongs af aan opgeroeid met sport, niet alleen met hockey maar ook met tennis, turnen, zwemmen en skiën. Tjebbe en ik zijn allebei begonnen met hockeyen bij DDHC in Raamsdonksveer, een clubje om de hoek van waar we wonen.
Tjebbe: Ik vind het erg knap dat Bieke alles voor hockey over heeft, ze doet en laat er veel voor. Ze is tot nu toe al erg ver gekomen en iedere keer als ik haar in het oranje zie spelen ben ik erg trots, omdat ik weet wat ze er allemaal voor moet doen. Ik zou het er niet allemaal voor over willen en kunnen hebben. Tot nu toe heb ik alle wedstrijden van de toernooien gekeken die Bieke heeft gespeeld. Zo komen wij met het gezin op hele bijzondere plaatsen. De laatste was tevens de mooiste, want dat was in Zuid-Afrika. Naast hockey gaat Bieke ook heel gedisciplineerd te werk voor haar studie. Ze plant alles heel precies om het hockey heen. Op dat vlak zou ik een klein beetje meer van haar moeten hebben.
Bieke: Tjebbe heeft altijd op het hoogste niveau in de eerste lijn van Push gespeeld. De laatste twee jaren kon ik wat vaker bij Tjebbe ’s wedstrijden gaan kijken omdat hij op zaterdag in JA1 Push en ik op zondag in Dames 1 Laren speelde. Ik was altijd onder de indruk van het niveau van die wedstrijden. Wat jongens op die leeftijd al laten zien, dat zie je niet zo snel in de Hoofdklasse dames. Tjebbe ’s team lag net als vorige jaar ook dit jaar weer op koers voor de play-off om de Landstitel, maar helaas zette Corona overal een streep doorheen. Tjebbe gaat regelmatig tennissen, speelt al jaren piano en is enorm geïnteresseerd in economie, astronomie en archeologie; kijken bij opgravingen en zelf met de metaaldetector zoeken naar historische objecten. Alhoewel hockey Tjebbe ’s favoriete hobby is, wil hij zijn andere hobby’s zeker ook blijven uitoefenen. Hij kiest er dan ook bewust voor om naast zijn studie volgend jaar niet meer op het allerhoogste niveau te blijven spelen in de heren. Ik vind het heel mooi om te zien dat Tjebbe zo breed geïnteresseerd is en dat hij zich zowel sportief, muzikaal als cultureel heel goed ontwikkeld heeft. Hij is altijd op de hoogte van wat er in de wereld speelt en is geïnteresseerd in politiek. Dit alles maakt Tjebbe ambitieus op veel verschillende vlakken.
Bieke, Je bent geslaagd voor je vwo en studeert nu voor Leraar Wiskunde, geen lichamelijke opvoeding zoals je moeder? Het vak lichamelijke opvoeding lijkt me een onwijs leuk vak om te geven. Mijn moeder komt nog steeds iedere dag enthousiast thuis van haar werk, maar de opleiding tot LO docent is een fysiek zware opleiding in combinatie met topsport. Het risico van het oplopen van een blessure tijdens hockey kan ervoor zorgen dat je je opleiding niet kan afronden. Dit risico durfde ik niet te nemen en daarnaast vond ik op de middelbare school, wiskunde een ontzettend leuk maar vooral een interessant vak. Overal ter wereld spreekt iedereen dezelfde ‘wiskunde’ taal, 1+1 blijft altijd 2 en daar valt niet over te twisten, wiskunde is overal hetzelfde en het staat altijd vast. Los van de wiskunde vind ik het heel mooi om iets te kunnen betekenen voor jongeren en ze iets bij te brengen voor later. Niet alleen als wiskunde docent, maar ook van mens tot mens. Tijdens mijn studie Leraar Wiskunde loop ik één tot twee dagen per week stage op een middelbare school. Ik geef wiskunde les aan een aantal klassen en daarnaast geef ik zelf extra bijles aan leerlingen die daar behoefte aan hebben. Op die manier hoop ik leerlingen individueel te motiveren en beter te maken in wiskunde.
Tjebbe, Je studeert nog aan het VWO maar wat is jouw toekomstbeeld? Tijdens afgelopen schooljaar heb ik meerdere open dagen bezocht en ben ik erachter gekomen dat Technische Bedrijfskunde heel goed bij mij past. Daarom ga ik volgend jaar die studie in Tilburg volgen. Deze studie gaat goed bij mij passen omdat ik op mijn middelbare school het Technasium heb gedaan en Technische Bedrijfskunde heel erg in de buurt komt van het Technasium. Daarnaast vind ik economie super interessant en ook dat vak is een belangrijk onderdeel van de studie.
Jullie spelen hockey op hoog niveau en moeten daar veel voor laten. Tegenwoordig ligt de lat best hoog in de hoofdklasse, jong oranje (Bieke) en landelijk jongens A (Tjebbe) of valt dat best mee?
Bieke: Hockeyen in de Hoofdklasse en in Jong Oranje vergt veel tijd en discipline, maar omdat ik hockey zo ontzettend leuk vindt, heb ik het er graag voor over. Ik train vijf keer per week op het veld, daarnaast doe ik nog krachttraining en yoga, ik eet gezond en ik zorg voor voldoende rust. Dus ja, je moet er best wel wat voor over hebben, maar als je op zondag een lekkere wedstrijd hebt gespeeld weet je waar je het allemaal voor doet. Tijdens de corona periode heb ik namelijk gemerkt hoe erg ik het hockeyen en mijn teamgenoten heb gemist.
Tjebbe: Ik train vier keer per week en ik speel competitie op zaterdag. De tijd die over blijft gaat grotendeels in school zitten. Dus ja, de lat ligt hoog, want daardoor blijft er wat minder tijd over voor andere hobby’s. Ook ga ik de avond voor de wedstrijd niet naar een feestje en zorg ik voor voldoende rust.
Bieke, je komt uit voor Laren Dames 1 en hebt je al heel verdienstelijk gemaakt voor Oranje, maar speelt ook hoog in de zaal, wat vind je leuker en waarom? Eerlijk gezegd kan ik niet kiezen. De wisseling van het veld naar de zaal komt altijd op het juiste moment. Het wordt kouder en vroeger donker en dan kijk ik enorm uit naar zaalhockey. Ik vind het namelijk een mooi, snel en tactisch spelletje. Bij Laren wordt de zaal erg serieus genomen, waardoor ik met Laren al meerdere finales heb mogen spelen en meerdere prijzen heb gewonnen. In februari ga ik met Laren voor de tweede keer de Europacup spelen. Het spelen van internationale wedstrijden en finales is erg goed voor mijn ontwikkeling als hockeyster voor zowel de zaal als het veld. Na de zaalperiode kijk ik er enorm naar uit om weer over het veld te mogen rennen en buiten te sporten.
Tjebbe, Je speelt bij Push JA1 (sinds dit seizoen Warande Heren 1, red.) en de competitie is behoorlijk pittig. Hoe heb je jezelf op niveau gehouden gedurende deze Corona periode? Wij hebben een heel sportief gezin en hebben daarom thuis veel sport- en spelmaterialen. Ik ging samen met mijn zus en soms ook met mijn ouders hardlopen, shuttles rennen, bootcampen, krachttraining doen en natuurlijk hockeyen in de tuin. Op het moment dat de sportverenigingen weer open mochten voor de jeugd stond ik meteen weer op het hockeyveld samen met mijn zus en ben ik bijna iedere dag gaan tennissen.
Praten jullie veel over hockey met elkaar, of is dit iets wat je gewoon met je team en je eigen vrienden deelt?
Bieke en Tjebbe: Het gaat thuis vooral veel over hockey na de wedstrijden op zaterdag en zondag. Ook praten we wel eens over leuke oefeningen die we hebben gehad tijdens de training of grappige dingen die in het team gebeurd zijn.
Bieke: Ik woon nu sinds een jaartje op kamers in Utrecht, maar daardoor spreek ik Tjebbe wel minder over hockey. Met sommige vrienden praat ik wel eens over het spelletje maar dat komt dan vooral omdat ze zelf ook hockeyen of omdat ze interesse in mijn sport tonen.
Wat is behalve hockey je passie of je hobby in het leven?
Bieke: Ik doe graag gezellige dingen met vrienden en familie. Daarnaast vind ik het leuk om in mijn vrije tijd als hobby allerlei andere sporten te doen, met name tennissen en windsurfen (vooral op vakantie) zijn mijn favoriet. Ik kan namelijk niet zo goed stil zitten en ben graag sportief bezig. Vanuit mijn passie voor lesgeven vind ik het erg leuk om hockeytraining en -clinics te geven om nieuwe jonge talenten te inspireren, te motiveren en beter te maken.
Tjebbe: Naast hockey zijn mijn hobby’s: chillen met vrienden, archeologie, sterrenkunde, piano spelen, tennissen, windsurfen en skiën.
Hoe ondersteunen jullie ouders je hockey? Geven ze advies omdat ze zelf ook hebben gehockeyd?
Bieke en Tjebbe: Wij zijn opgevoed met een gezonde leefstijl waarin sport en gezond eten erg belangrijk is. Onze ouders hebben ons in de jeugd altijd overal naar toegebracht en proberen nog steeds zoveel mogelijk van onze wedstrijden te kijken. Na de wedstrijd vinden wij het allebei leuk om te horen wat ze van de wedstrijd vonden, maar ze zullen alleen advies geven wanneer wij er zelf om vragen.
Hoe kijken jullie over 10 jaar naar elkaar? Wat denk je hoe het leven van de ander eruit gaat zien?
Bieke: Tjebbe werkt als ingenieur in een innovatief bedrijf. Daarnaast hockeyt hij nog steeds, maar waarschijnlijk wel in een vriendenteam. Hij woont in een mooi huis samen met zijn vriendin en een aantal leuke huisdieren.
Tjebbe: Ik denk dat Bieke over 10 jaar een hele goede en leuke wiskunde docent zal zijn op een topsportschool. Daarnaast zal ze topsportbegeleider zijn zodat ze jonge talenten kan helpen om hun studie en topsport te combineren. Naast haar werk speelt ze nog steeds in de Hoofdklasse, want Bieke zorgt er wel voor dat ze op latere leeftijd nog steeds fit is. Wanneer ze niet meer actief is als topsporter zal je haar nog steeds op het hockeyveld zien rondlopen als trainer/coach. Ik hoop dat ze een leuke vriend/man heeft en dat ze in een mooi huis woont in de buurt van haar hockey en werk.